Gemeenten, provincies en waterschappen blij met vroege uitnodiging voor formatie

28 maart 2024

Op donderdag 28 maart zaten de gemeenten, provincies en waterschappen aan de onderhandelingstafel bij de formerende partijen. De kernboodschap van de voorzitters van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen is dat zij met het Rijk willen optrekken om de grote vraagstukken van Nederland op te lossen.

Vincent Lokin en nog drie mensen voor het Tweede Kamergebouw

Gemeenten, provincies en waterschappen staan dicht bij de inwoners en zijn de sleutel voor onder meer bestaanszekerheid, woningbouw, de energietransitie, droge voeten en schoon water. Het Rijk kan niet zonder de andere decentrale overheden. Maar die kunnen op hun beurt niet zonder voldoende geld en goed bestuur vanuit Den Haag.

Hoopvolle trendbreuk

De drie koepelvoorzitters vinden het verstandig dat de formerende partijen hen als een van eersten uitnodigen aan de formatietafel. Hierdoor komt hun praktijkkennis vanaf het begin op tafel, wat voorkomt dat het beleid alleen in de Haagse torens wordt uitgewerkt. Ze zien hierin een hoopvolle trendbreuk met de kabinetten-Rutte en hebben aangeboden om op inhoudelijke thema’s door te praten met de formerende partijen.

Problemen oplossen

De uitvoeringskracht van gemeenten, provincies en waterschappen zal voor veel vraagstukken de sleutel zijn. VNG-voorzitter Sharon Dijksma: “Wij hebben een goed bod gedaan aan tafel. We willen als één overheid optrekken om een aantal grote problemen op te lossen. We hebben daar wel een aantal randvoorwaarden bij nodig om het te kunnen waarmaken.”

Ambities voor Nederland

De decentrale overheden willen samen met het Rijk optrekken bij het belangrijke werk dat moet worden gedaan. Grote thema’s zoals bestaanszekerheid, woningbouw, klimaat en energie, landelijk gebied en water vormen de kern van hun eind januari voorgestelde agenda voor Nederland. “Om in de toekomst te kunnen blijven wonen, werken en recreëren is het belangrijk dat water en bodem sturend worden voor ruimtelijke plannen en dat dit lokaal, regionaal en waar nodig landelijk wordt verankerd”, stelt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen.

Financiële ruimte en vertrouwen nodig

De voorzitters van VNG, IPO en Unie van Waterschappen zijn verder in het gesprek ingegaan op het belang van een sterk partnerschap tussen het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. “Scherpe keuzes zijn nodig”, zegt Jaap Smit, voorzitter van het IPO. “Het nieuwe kabinet moet deze keuzes maken – met schaarse fysieke ruimte en beperkte middelen. De provincies staan klaar om het nieuwe kabinet te helpen bij die keuzes vanuit de provinciale kerntaken, met kennis over onze gebieden en de verbinding met de inwoners en organisaties. Daar horen wel goede afspraken bij over samenwerking en gezonde verhoudingen.”

Bekijk in de video met de kernboodschap van de drie voorzitters:

Decentrale overheden willen snel aan tafel bij formatie

21 maart 2024

Op 20 maart debatteerde de Tweede Kamer over het eindverslag van informateur Kim Putters en werd gesproken over de mogelijkheden van het vormen van een ‘programkabinet’. In het eindverslag schrijft Putters dat onder meer decentrale overheden betrokken moeten worden bij de uitwerking van een hoofdlijnenakkoord. De voorzitters van de koepels van decentrale overheden onderstrepen dit en willen graag zo snel mogelijk aan tafel.



De nieuwe fase van de kabinetsformatie met de eerste inhoudelijke onderhandelingen tussen PVV, VVD, NSC en BBB begint vandaag onder leiding van de nieuwe informateurs Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol. De koepels van de decentrale overheden, VNG, IPO en Unie van Waterschappen, benadrukken dat het hierbij belangrijk is om gemeenten, provincies en waterschappen vroegtijdig te betrekken, omdat zij onmisbaar zijn voor het aanpakken van de grote maatschappelijke opgaven in Nederland.

Maatschappelijk kabinet

Volgens de koepels van de decentrale overheden biedt de aanpak om te werken met een hoofdlijnenakkoord en een programkabinet kansen. “Er kan meer ruimte ontstaan om hoofdlijnen in deelakkoorden of afspraken uit te werken, waarbij gemeenten, provincies, waterschappen, bedrijven, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties betrokken zijn,” aldus Sharon Dijksma, voorzitter van de VNG. “Het is hoogtijd voor een maatschappelijk kabinet.“

Haalbaar en uitvoerbaar in de regio

“De grote maatschappelijke opgaven vragen om veel regionale uitvoeringskracht. Daarom is het belangrijk dat de gemeenten, provincies en waterschappen vroeg aan tafel zitten om te zorgen dat ambities ook daadwerkelijk haalbaar zijn in de praktijk,” vult Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen aan. “Daarnaast is voor thema’s als de woningbouwopgave en de transitie van het landelijk gebied de gebiedskennis van de decentrale overheden essentieel om te komen tot uitvoerbare plannen. En het is nu tijd voor actie!”

Alles komt samen in de ruimte

“Alle grote opgaven vragen in de uitvoering om voldoende ruimte. Denk aan woningbouw, energietransitie en de transitie van het landelijk gebied. De oplossingen liggen op dezelfde vierkante kilometer. Decentrale overheden kennen hun gebieden het beste, en kunnen slimme keuzes maken over het combineren van opgaven in de ruimte. Benut dat, want decentrale overheden zijn onmisbaar in de uitvoering!” zegt Jaap Smit, voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Zo snel mogelijk aan tafel

IPO, VNG en Unie van Waterschappen willen daarom graag aanschuiven bij de formatie wanneer deze inhoudelijke thema’s en de doelen en kaders op tafel komen. “Een goed begin is het halve werk,” aldus Van der Sande. De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben een gezamenlijke inzet richting de formatie opgesteld ‘Naar een agenda voor Nederland’.

> Lees meer: ‘Naar een agenda voor Nederland’

Projectenkalender Waterschapsmarkt 2024-2025 geeft markt en overheden inzicht in waterschapsprojecten

20 maart 2024

Op woensdag 20 maart lanceert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) de Projectenkalender Waterschapsmarkt 2024-2025, in opdracht van de werkgroep Samenwerking Waterschapswerken (SWW). De kalender geeft marktpartijen, overheden en waterschappen onderling een overzicht van komende projecten van de waterschappen. Dit draagt bij aan de juiste match van vraag en aanbod van onder meer materieel, capaciteit en kennis.



Waterschap Woensdag

De lancering van de Projectkalender staat gepland op Waterschap Woensdag. Op deze dag is ook de Aqua Nederland-vakbeurs, waar diverse thema’s rond de samenwerking tussen waterschappen en de markt aan bod komen.

748 projecten in beeld

De Projectenkalender Waterschapsmarkt brengt 748 projecten in beeld die de 21 waterschappen en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) verwachten voor de periode 2024-2025. Bij de projecten staan onder meer een projectomschrijving, de beoogde contractvorm en de verwachte periode van uitvoering. Daarvan zijn er 641 aangemerkt als werken en 107 als diensten. De totale verwachte bouwsom van deze inventarisatie bedraagt 2,8 miljard euro.

Trends

Opvallend is de toename van projecten rond rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Met een geraamde bouwsom van bijna 875 miljoen euro nemen deze een derde van het totaal voor hun rekening. De toename houdt verband met de grote opgave op het gebied van waterkwaliteit, zoals de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Een andere opvallende trend zit in de toegepaste contractvormen. Ruim 40 procent van het werkvolume wordt met bouwteams en raamcontracten op de markt gezet. In 2020 was dit nog minder dan een kwart.

Meer inzicht

De jaarlijkse Projectenkalender zorgt voor transparantie op de markt en ondersteunt de dialoog tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, passend bij de marktvisie De waterschapsmarkt van de toekomst. Het biedt marktpartijen meer zicht op de komende projecten van de waterschappen. Daarmee kunnen ze betere besluiten nemen over de benodigde investeringen in materieel, capaciteit en kennis. Ook kunnen opdrachtgevers onderling hun programma’s en projecten afstemmen.

Concurrerende opdrachtgevers

Waterschappen concurreren met andere opdrachtgevers, zoals drinkwaterbedrijven en opdrachtgevers in de infrasector. De brede vraag naar capaciteit onderstreept het belang om goed zicht te hebben op de aankomende projecten. Voor de 21 waterschappen biedt de Projectenkalender inzicht in de mogelijke pieken van gelijksoortige projecten, omdat ze deze bijvoorbeeld gelijktijdig willen aanbesteden. Door dit inzicht en de onderlinge afstemming kunnen waterschappen voorkomen dat er pieken ontstaan waardoor aanbestedingen (mogelijk) mislukken.

Samenwerkingsverband

De werkgroep SWW is een samenwerkingsverband van diverse waterschappen, de Unie van Waterschappen, het HWBP en brancheverenigingen van bedrijven die werken in de waterschapswereld, zoals aannemers en ingenieursbureaus. Het EIB heeft in opdracht van deze partijen een inventarisatie gemaakt van de projecten die de waterschappen nu in voorbereiding of aanbesteding hebben. De Projectenkalender is niet compleet of absoluut, maar maakt vooral inzichtelijk welke opgaven en welk volume de waterschappen de komende jaren in de markt denken te zetten.

Projectenplatform

De SWW werkt aan de ontwikkeling van een online Projectenplatform. In de toekomst kunnen waterschappen in deze digitale omgeving hun projecten het hele jaar door aanmelden, wijzigen en inzien. Op het platform komt ook een totaaloverzicht van alle projecten in een actuele, gebruiksvriendelijke Projectenkalender.

> Bekijk hier het rapport van de Projectenkalender 2024-2025

> Of download de volledige projectenlijst

Mark van der Werf nieuwe directeur STOWA

7 maart 2024

Per 1 juni is Mark van der Werf de nieuwe directeur van STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer). Het STOWA-bestuur heeft dit op woensdag 6 maart besloten. Van der Werf was hiervoor 21 jaar lang werkzaam bij de Unie van Waterschappen, momenteel als programmaleider Waterkwaliteit, Duurzaamheid, Innovatie en Internationaal (WDI). Bij STOWA volgt hij Joost Buntsma op, die na 11 jaar als directeur van STOWA met pensioen gaat.

STOWA-voorzitter Geert-Jan ten Brink (l) feliciteert Mark van der Werf met zijn benoeming als nieuwe directeur van STOWA.

Draagvlak in watersector

“Ik kijk ernaar uit om aan de slag te gaan bij STOWA”, reageert Van der Werf. “STOWA is een sterk merk en heeft veel draagvlak in de watersector. Dat moeten we behouden door kwaliteit te blijven leveren vanuit een onafhankelijke positie. Het is belangrijk dat we aanjagen en agenderen waar het gaat om kennisleemtes. Dit uiteraard in verbinding met de sector. Maar eerst neem ik vooral een diepe duik in de organisatie. Ik wil de mensen die er werken en het bestuur goed leren kennen en behoeftes verkennen.”

Brede achtergrond in waterbeheer

Geert-Jan ten Brink, de voorzitter van het STOWA-bestuur en dijkgraaf van het waterschap Hunze en Aa’s, zegt over de benoeming van Mark van der Werf: “Met zijn brede achtergrond in het waterbeheer kent hij de thema’s die spelen en beschikt hij over een breed netwerk. Dit, in combinatie met zijn daadkracht en leidinggevende en verbindende kwaliteiten, maakt hem uitermate geschikt om STOWA te helpen in de doorontwikkeling en positionering als hét kenniscentrum voor water. We zijn verheugd dat we met Mark de juiste persoon hebben gevonden als directeur en opvolger van Joost.”

Foto onder: STOWA-voorzitter Geert-Jan ten Brink (l) feliciteert Mark van der Werf met zijn benoeming als nieuwe directeur van STOWA. 

Tweede Kamerlid Olger van Dijk bezoekt waterschap

1 maart 2024

Op vrijdag 1 maart bracht Olger van Dijk, Tweede Kamerlid voor de NSC, een bezoek aan waterschap Vallei en Veluwe op uitnodiging van de Unie van Waterschappen. Het werkbezoek stond in het teken van waterveiligheid en ‘water en bodem sturend’ als uitgangspunt bij de ruimtelijke ordening.

zeven mensen voor landschap met weiland en water

Dijkversterking

Van Dijk werd ontvangen door een delegatie onder leiding van dijkgraaf Marijn Ornstein en heemraad Bert van Vreeswijk. Ze bezochten onder andere de dijkversterking van de Grebbedijk, die 250.000 inwoners beschermt tegen het water van de Nederrijn. Het waterschap Vallei en Veluwe maakt niet alleen de dijk veiliger, maar kijkt tegelijk naar de herinrichting van het gebied samen met allerlei betrokken partijen, waaronder provincies, gemeenten, water- en natuurbeheerders. Bijvoorbeeld op het gebied van recreatie, natuurontwikkeling en ondernemerschap.

Oproep meegroeien Deltafonds

De waterschappen doen de oproep aan een nieuwe kabinet om nu extra ruimte en geld te reserveren voor dijkversterkingen om Nederland veilig te houden. Onvoorspelbaardere rivierpeilen en extreem weer vragen om een langetermijnperspectief voor waterveiligheid in Nederland. Anders is veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta niet langer vanzelfsprekend. Dat vraagt investeringen, zowel financieel als in ruimtegebruik. Het is daarom belangrijk dat het Deltafonds meegroeit met de verwachte kostenstijging als gevolg van klimaatverandering.

Woningbouw met waterbergend natuurgebied

Tijdens het werkbezoek werd ook aandacht besteed aan een woningbouwproject in Veenendaal Oost. Dit wordt aangelegd in combinatie met een waterbergend natuurgebied. De waterschappen pleiten ervoor dat nieuwe woningen en bedrijfsterreinen voorbereid zijn op extreem weer.

Dijkgraaf Marijn Ornstein: “Door de enorme woningbouwopgave wordt er soms ook op minder geschikte plekken gebouwd, bijvoorbeeld omdat er wateroverlast kan ontstaan. Als waterschappen willen we zorgen voor een veilige leefomgeving voor huidige en toekomstige generaties, en dat heeft gevolgen voor waar en hoe je bouwt. Het is daarom van belang om een sturende rol van water en bodem in de inrichting van Nederland te verankeren in landelijke wetgeving. Alleen zo kunnen we schade door extreem weer zoveel mogelijk voorkomen.”

Werkbezoeken

De Unie van Waterschappen nodigt nieuwe waterwoordvoerders van de politieke partijen in de Tweede Kamer altijd uit voor een werkbezoek. Dit doen ze in het waterschap van de woonplaats van de woordvoerder. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen kennis te laten maken met het waterschapswerk. Ook nemen ze de woordvoerders mee in de grote opgaven van de waterschappen.

Op de foto van links naar rechts: Wietse Visser (Vallei en Veluwe), Tessa Maas (lobbyist Unie van Waterschappen), Maurits de Lint (NSC), Marijn Ornstein (Vallei en Veluwe), Adriaan Smeenk (Vallei en Veluwe), Olger van Dijk (NSC), Bert van Vreeswijk (Vallei en Veluwe).

> Lees meer over de waterwoordvoerders van alle partijen

Drie moties aangenomen uit Wetgevingsoverleg Water

7 februari 2024

Op dinsdag 6 februari stemde de Tweede Kamer over de ingediende moties tijdens het Wetgevingsoverleg Water van maandag 29 januari. In totaal werden er veertien moties ingediend. Drie daarvan zijn aangenomen. Lees hieronder meer over de aangenomen moties.

zaal met ronde tafel waaraan Tweede Kamerleden debatteren

Versterking dijktraject Hoogwaterbeschermingsprogramma

Op het gebied van waterveiligheid dienden de leden Peter de Groot (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) een motie in om versterking van het dijktraject rondom Bergambacht binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) te prioriteren. Met als doel de kans op overstroming van pompstation Bergambacht terug te brengen naar één op drieduizend. Dit zou de continuïteit van de drinkwatervoorziening waarborgen.

Waterschappen: landelijke prioritering

De primaire keringen moeten voldoen aan een wettelijke norm. Deze is gebaseerd op het inwonersaantal en de belangen in het achterland. Het belangrijkste criterium voor prioritering van de versterkingsprojecten binnen het HWBP is de afstand tot de norm: de trajecten met de grootste veiligheidsopgave worden als eerste versterkt. Dat levert het grootste rendement op. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk om de prioritering en programmering gezamenlijk, op landelijk niveau te blijven doen. Om zo de uitvoerbaarheid, het rendement en de betaalbaarheid te combineren voor alle waterschappen.

Nature-based solutions

De tweede aangenomen motie werd ingediend door Ines Kostić (Partij voor de Dieren), Olger van Dijk (NSC), Geert Gabriëls (GL/PvdA) en Grinwis (ChristenUnie). De ondertekenaars verzoeken de regering in de motie ervoor te zorgen dat de kansen van nature-based solutions maximaal worden benut in waterprojecten. Eerder gebruikte nature-based solutions, zoals toegepast in het programma Ruimte voor de Rivier, hebben volgens de leden aantoonbaar bijgedragen aan oplossingen voor bijvoorbeeld waterveiligheid. Daarbij waren er tegelijkertijd positieve effecten op andere doelen, zoals ruimtelijke kwaliteit. Nu worden dergelijke oplossingen nog vaak gezien als een last of een extra opgave, waardoor de meeste waterprojecten de kansen van natuur onvoldoende benutten, aldus de motie.

Waterschappen: kansen benutten

De Unie van Waterschappen herkent de veelzijdigheid van nature-based solutions in waterveiligheid en omarmt de kennisontwikkeling en toepassing ervan. De waterschappen zien programma’s als Integraal Riviermanagement en de innovaties in het HWBP als mogelijkheden om de kansen ervan te benutten. Daarbij blijft doelmatige besteding van de financiële middelen voorop staan. Net als de voortgang om de dijken in 2050 aan de wettelijke norm te laten voldoen.

‘One out, alle out’-principe in KRW

De derde motie heeft betrekking op de Kaderrichtlijn Water (KRW). Met zijn motie verzoekt Hidde Heutink (PVV) de regering om in Brussel te pleiten voor het schrappen van het ‘one out, all out’-principe ten aanzien van de KRW. Dit principe betekent dat de waterkwaliteit onvoldoende is als één onderdeel niet voldoet aan de gestelde norm. Heutink stelt in de motie dat het hieraan blijven vasthouden de kans op rechtszaken aanzienlijk vergroot. De PVV is van mening dat de overschrijding van één stof geen aanleiding mag zijn om het water volledig af te keuren.

Waterschappen steunen reactie minister

De waterschapen steunen de reactie van minister Harbers op de motie van Heutink. Hij liet weten dat Nederland hiervoor geen meerderheid kan krijgen in Brussel. De minister wil inzetten op een monitoringssysteem dat inzichtelijk maakt wat de bereikte voortuitgang van de waterkwaliteit is.

> Lees de terugblik op het Wetgevingsoverleg Water

Decentrale overheden geven agenda mee aan formatie

30 januari 2024

Gemeenten, provincies en waterschappen presenteren dinsdag 30 januari een agenda die Nederland klaarstoomt voor de grote uitdagingen van deze tijd. In een brief aan informateur Ronald Plasterk tonen de decentrale overheden hun bereidheid om samen met het nieuwe kabinet op te trekken in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken.

sloot met ondergaande zon, bomen, riet en molen

Regionale uitvoeringskracht

VNG, IPO en de Unie van Waterschappen benadrukken hun rol als essentiële partners bij het realiseren van oplossingen voor de uiteenlopende vraagstukken. Regionale uitvoeringskracht zal voor veel vraagstukken de sleutel zijn.

Ambities voor Nederland

De aanzet voor de agenda omvat een ambitieus plan om Nederland sterker en veerkrachtiger te maken. Belangrijke thema’s zoals bestaanszekerheid, woningbouw, klimaat en energie, landelijk gebied en water vormen de kern van de voorgestelde agenda. Voor de decentrale overheden is het daarbij belangrijk dat water en bodem sturend worden voor ruimtelijke plannen en dat dit lokaal, regionaal en waar nodig landelijk in de wet wordt verankerd.

Financiële ruimte en vertrouwen nodig

De decentrale overheden benadrukken het belang van een sterk partnerschap tussen het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen. Ze willen gezamenlijk werken aan uitvoerbare oplossingen. Het oproepen tot heldere keuzes, betrouwbare financiële verhoudingen en meer zekerheden in de uitvoering staat centraal in de aan de informateur gepresenteerde agenda. De aanzet voor de agenda vormt een uitnodiging aan het nieuwe kabinet om samen met de decentrale overheden de basis te leggen voor een toekomstgerichte samenwerking.

> Lees de brief ‘Naar een agenda voor Nederland’ van VNG, IPO en Unie van Waterschappen

Terugblik Wetgevingsoverleg Water januari 2024

Op maandag 29 januari was het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water in de Tweede Kamer. In dit overleg behandelt de Kamer de wateronderdelen van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

screenshot-wetevingsoverleg-water-wgo-water2024

De Unie van Waterschappen stuurde vooraf inbreng naar de Kamerleden die zij konden gebruiken in hun bijdrage. De inbreng ging deze keer over waterveiligheid, waterkwaliteit en de leidende rol van water en bodem in ruimtelijke keuzes. Tijdens het overleg werden deze thema’s uitgebreid behandeld. In totaal werden veertien moties ingediend.

Waterveiligheid

Het thema waterveiligheid kwam meermaals ter sprake tijdens het Wetgevingsoverleg Water. De inzet van waterschappen en Rijkswaterstaat bij het hoogwater van eind 2023 werd door verschillende Kamerleden gememoreerd en gewaardeerd. Tegelijk werd er gewezen op de opgave die er ligt om de situatie ook in de toekomst beheersbaar te houden. Door klimaatverandering is een situatie als die van eind 2023 niet meer uitzonderlijk te noemen, zei de ChristenUnie.

Maatregelen zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Ruimte voor de Rivier hebben hun nut bewezen, maar blijven van groot belang. Diverse Kamerleden vroegen naar het toekomstige budget voor waterveiligheid. Minister Harbers gaf aan eerst meer duidelijkheid nodig te hebben. Hij gaf aan dat het Deltafonds voor de komende jaren voldoende gevuld is om het Hoogwaterbeschermingsprogramma uit te voeren zoals gepland.

Kaderrichtlijn Water

Verschillende Kamerleden uitten zorgen over het tijdig halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Ook het ‘one out, all out-principe’ zien onder andere PVV, NSC en BBB liever verdwijnen. Dat principe houdt in dat als een waterlichaam op basis van één parameter niet voldoende scoort, de eindscore van het hele waterlichaam onvoldoende is. Op dit moment wordt volgens de minister ongeveer 75 procent van de doelen van de KRW gehaald, maar in elk water zit minstens één stof die niet voldoet. Daarom voldoet geen enkel waterlichaam aan alle normen.

Volgens GroenLinks/PvdA, D66 en PvdD is bij het halen van de KRW-doelen een belangrijke rol weggelegd voor agrariërs. BBB wijst erop dat er jaarlijks 190 ton aan medicijnresten en 17 ton aan gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomt. D66 gaf daarop aan dat er zeker veel moet gebeuren aan de medicijnresten, maar dat het ook gaat om de giftigheid ervan. De PVV vraagt de minister in Brussel te lobbyen om te zorgen dat er minder vervuild water ons land binnenstroomt.

De Partij voor de Dieren heeft vragen over het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van waterschappen. Door diverse rapporten is nu bekend hoe de Omgevingsdiensten omgaan met vergunningverlening. Maar hoe vullen de waterschappen op het gebied van toezicht, handhaving en vergunning hun taken in? Doel is om ons water te beschermen. De minister gaf daarop aan een onderzoek hiernaar te starten.

Water en bodem sturend

Ook de uitdagingen die er liggen op het gebied van ruimtelijke ordening staan bij veel Kamerleden op de agenda. D66 en ChristenUnie vragen de minister om meer actie op dit onderwerp. GroenLinks/PvdA en NSC vragen de minister of het principe van water en bodem sturend juridisch verankerd kan worden. De minister laat weten dat er sinds de verschijning van de Kamerbrief in november 2022 hard is gewerkt om wet- en regelgeving te maken. Daarnaast zijn water en bodem al leidend in bijvoorbeeld het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het Novex-programma en de Nota Ruimte. Dit voorjaar wordt er een besluit genomen over de borging van ‘Water en bodem sturend’.

Over de ingediende moties wordt dinsdag 6 februari gestemd.

> Kijk het volledige wetgevingsoverleg terug

Inbreng waterschappen jaarlijks Wetgevingsoverleg Water in Tweede Kamer

15 januari 2024

Maandag 29 januari staat het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water op de agenda van de Tweede Kamer. De Unie van Waterschappen stuurde de inbreng van de waterschappen naar de Kamerleden. De aandachtspunten zijn verdeeld over de thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit en de leidende rol van water en bodem in ruimtelijke keuzes.

Plenaire-zaal-tweede-kamer-nieuw-©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Waterveiligheid

Op het gebied van waterveiligheid benadrukken de waterschappen dat 2023 het natste jaar ooit gemeten is en dat de waterstanden lokaal uitzonderlijk hoog waren. De klimaatscenario’s van het KNMI voorspellen dat de jaarlijkse neerslaghoeveelheid steeds verder toeneemt. De waterschappen pleiten daarom voor blijvende investeringen in onder meer dijkversterkingen en waterbergingsgebieden. Daarnaast benadrukken ze dat er in de komende kabinetsperiode nieuwe afspraken nodig zijn over de gedeelde financiering van dijkversterking tussen 2028 en 2050. Dit in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Vragen aan minister over waterveiligheid

In hun inbreng stellen de waterschappen vragen voor die de Kamerleden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat kunnen stellen. Op het gebied van waterveiligheid stellen ze voor om de minister te vragen naar zijn mening over het advies van de deltacommissaris over het Deltafonds. Dit advies luidt het fonds te laten meegroeien met de verwachte kostenstijging die het gevolg is van klimaatverandering.

> Lees meer over het thema waterveiligheid

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in Nederland is de afgelopen decennia verbeterd, maar de waterschappen zijn bezorgd over de snelheid van de verbeteringen. Ze investeren ook de komende jaren flink, maar ook de landbouw, industrie, inwoners en het Rijk zijn aan zet. Daarnaast zijn de waterschappen voorstander van een bronaanpak: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Om meer grip te krijgen op de emissies van gevaarlijke stoffen via indirecte industriële lozingen op de rioolwaterzuiveringen zijn nu concrete acties nodig. De waterschappen pleiten voor het actualiseren van indirecte vergunningen voor zeer zorgwekkende stoffen door de Omgevingsdiensten. Daar is in 2022 extra geld voor vrijgemaakt, maar de resultaten zijn nog onvoldoende zichtbaar.

Vragen aan minister over waterkwaliteit

De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of de extra middelen voor de Omgevingsdiensten worden ingezet om specifiek de waterkwaliteit te verbeteren. Een andere vraag die ze suggereren is of de minister de zorgen van de waterschappen deelt dat de Omgevingsdiensten meer tempo moeten maken als het gaat om de waterkwaliteit.

Het voorkomen van vertraging is ook van belang voor de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Om een impuls te geven aan de uitvoering heeft de minister de provincies gevraagd maatregelpakketten in te dienen. Een deel hiervan is gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of hier financiële middelen voor komen.

> Lees meer over het thema waterkwaliteit

Water en bodem sturend

Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Door extreem weer, periodes van droogte, zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling is er meer ruimte voor water nodig. Tegelijkertijd is de druk op de ruimte groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen benadrukken onder meer dat zij vanaf het allereerste begin bij de keuzes betrokken moeten worden.

Vragen aan minister over ‘water en bodem sturend’

Om water en bodem tot uitgangspunt te maken in ruimtelijke plannen, is landelijke wetgeving nodig. In afwachting daarvan zijn verschillende waterschappen zelf aan de slag gegaan met regels. Begin 2023 heeft de Kamer een motie van de leden Grinwis en Geurts aangenomen over het meenemen van water en bodem in bestemmingsplannen. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen hoe het nu staat met de landelijke wetgeving en hoe de aangenomen motie wordt uitgevoerd.

> Lees het standpunt van de waterschappen over de sturende rol van water en bodem

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het Wetgevingsoverleg Water

Foto boven: ©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resultaten onderzoek waterschapsverkiezingen 2023: “Interesse in waterschapspolitiek toegenomen, maar nog steeds beperkt”

10 januari 2024

De interesse in de provinciale en waterschapspolitiek is de laatste jaren toegenomen, maar blijft erg beperkt. Dat blijkt uit een gezamenlijk kiezersonderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit Twente en de Universiteit Leiden. Aanleiding voor het onderzoek waren de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de waterschappen van afgelopen maart.

Sloot met waterplanten en daarover heen blauw potlood met rode punt en de term Water

Waterschap minder bekend dan provincie

De onderzoekers onder leiding van Hans Vollaard, hoofddocent politicologie aan de Universiteit Utrecht, concludeerden dat minder dan de helft van de inwoners interesse heeft in de provinciale en waterschapspolitiek. Onder inwoners blijkt het waterschap nog minder bekend dan de provincie.

Interesse toegenomen

De onderzoekers zien wel een toegenomen interesse in de provinciale en waterschapspolitiek in de afgelopen drie jaar. Over het algemeen zijn ouderen, mensen met een hbo- of wo-achtergrond en inwoners van minder stedelijke gebieden bekender met het reilen en zeilen van de provinciale en/of waterschapspolitiek.

Grote bereidheid voor Provinciale Staten en algemeen bestuur

Daarnaast zijn veel meer inwoners dan dat er zetels zijn bereid zich kandidaat te stellen voor de Provinciale Staten en het algemeen bestuur van het waterschap. De bereidheid om zich te kandideren is bovengemiddeld onder mannen, theoretisch opgeleiden, mensen met een hoger inkomen en jongeren.

Opkomstcijfer onder de loep

De onderzoekers analyseerden ook het opkomstcijfer van de verkiezingen van 15 maart 2023. Voor de waterschapsverkiezingen was dat 53,7 procent. De opkomst is vooral toegenomen in de niet-stedelijke gebieden in het oosten van het land. In het westen daalde die opkomst juist in enkele stedelijke gebieden. De algehele opkomst is in 2023 slechts een paar procentpunten hoger dan voorheen, omdat er veel meer kiesgerechtigden wonen in het meer verstedelijkte westen. Het onderzoek laat zien dat de BBB meer dan andere partijen kiezers wist te mobiliseren die in het verleden niet gingen stemmen.

Onbekendheid blijft groot

Over het algemeen concluderen de wetenschappers: “Ondanks de toegenomen media-aandacht en de hogere opkomst, zijn de provinciale en waterschapsdemocratie maar weinig (meer) tot leven gekomen bij de verkiezingen van 2023. De interesse in provinciale en waterschapspolitiek is weliswaar wat gegroeid, maar de provincie en het waterschap blijven toch vooral onbekend onder inwoners, terwijl de nationale politiek dominant blijft in het stemgedrag.”

> Lees de volledige rapportage in deze pdf