Waterschappen leveren inbreng voor commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen

23 april 2024

Op 14 mei staat het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen op de agenda van de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten ingebracht.

gewas-gewasbescherming-inbreng

Doel nog niet in zicht

In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het water meer zijn. Met het huidige tempo is dat doel helaas nog niet in zicht. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen maken zich zorgen over het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.

Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland en monitoren de waterkwaliteit, signaleren knelpunten en brengen daarover jaarlijks een rapportage uit. Waterschappen werken natuurlijk ook aan droge voeten en zuivering van afvalwater.

Waterkwaliteit ligt de waterschappen na aan het hart. Onze zorg en aandacht gaat uit naar alle stoffen die niet in het water thuishoren. Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. We werken hard om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur. Waterschappen investeren de komende jaren flink, maar ook landbouw, industrie, inwoners en het rijk zijn aan zet.

Stagnatie of lichte verbetering?

De evaluatie van de resultaten van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen verschijnt jaarlijks. Van het aantal gemeten stoffen in het oppervlaktewater overschrijdt ongeveer 20% van die stoffen de norm. Een stof is normoverschrijdend wanneer deze op in ieder geval één van de meetlocaties de geldende milieukwaliteitsnorm overschrijdt. Sinds 2014 schommelt het percentage rond de 20% en in de afgelopen drie jaar is een lichte daling te zien. We moeten toe naar geen normoverschrijdingen in het oppervlaktewater.

Complicerende factor: biociden

Sommige stoffen zijn als gewasbeschermingsmiddel niet meer toegestaan, maar zijn wel toegelaten als biocide (middelen om schadelijke organismen te bestrijden). Dit is het geval bij imidacloprid en fipronil, dat in vlooienmiddel zit.

Waterschappen meten actieve stoffen in het oppervlaktewater. Een gewasbeschermingsmiddel en biocide kunnen dezelfde actieve stoffen bevatten. Biociden worden voor een andere toepassing gebruikt (bijvoorbeeld dierengeneesmiddelen of een schimmelwerend middel op een kunstgrasveld), maar kunnen wel dezelfde actieve stoffen bevatten.

Waterschappen verwachten dat de minister ook naar de werkzame stoffen in biociden kijkt. Die worden gevonden in het oppervlaktewater en gezuiverd rioolwater.

Andere zorgen

Daarnaast sluiten de normen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hanteert niet goed aan bij de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).

> Lees de volledige inbreng voor het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen

Watersportseizoen van start: steeds meer aandacht voor duurzame oplossingen

2 april 2024

Voor veel watersporters is afgelopen weekend het nieuwe vaarseizoen van start gegaan. Met de stijging van de temperatuur richten steeds meer booteigenaren zich op (onderhouds)werkzaamheden. Er is daarbij steeds meer aandacht voor duurzame oplossingen die de waterkwaliteit ten goede komen. Denk aan emissieloos varen en het gebruik van duurzame materialen.

vaarseizoen-varen-unie-van-waterschappen-waterkwaliteit-duurzaamheid

Lozingsverbod vuilwater

Al sinds 2009 is het lozen van ‘zwart’ toiletwater vanaf boten verboden. Dit heeft namelijk een negatieve invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. In 2018 werd een motie in de Tweede Kamer aangenomen om de lozingen de komende jaren verder te beperken. Over de precieze invulling van de nieuwe regels is nog geen helderheid, maar gesproken wordt over een verzegelingsplicht waardoor ongezuiverd toiletwater niet meer geloosd kan worden. Voor veel booteigenaren vergt dat aanpassingen aan boord.

> Lees meer over de verzegelingsplicht en alternatieven voor toiletlozing

Emissieloos varen

Ook elektrisch of emissieloos varen krijgt steeds meer aandacht van watersporters. Het aanbod van elektrische motoren en accu’s is de afgelopen jaren flink gegroeid, wat het overstappen voor booteigenaren makkelijker maakt. Sommigen zullen wel moeten: in Amsterdam geldt vanaf 2025 een verbod op varen met verbrandingsmotoren in het centrum. Diverse andere steden, waaronder Leiden, Utrecht, Amersfoort, Maastricht en Rotterdam hebben al aangekondigd dat er binnen enkele jaren alleen nog emissieloos in de stadscentra gevaren mag worden. Het aantal openbare oplaadpunten voor elektrische vaartuigen is onlangs door Waterrecreatie Nederland in kaart gebracht.

Duurzame materialen

Bij het onderhoud en de ontwikkeling van boten wordt ook steeds meer gekeken naar het gebruik van duurzame of zelfs hergebruikte materialen. Zo zijn er al boten van hergebruikt en 3D-geprint materiaal en neemt het gebruik van milieubelastende onderdelen af. Een goed voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van de aangroeiwerende verf onder de waterlijn, de antifouling. Hiervoor gelden strenge regels als het gaat om de samenstelling. Zo mogen er maar beperkt schadelijke stoffen als koper en zink in de verf verwerkt zijn.

> Lees meer over antifouling op de website van Varen doe je Samen!

Waterschappen: samen naar een natuurinclusieve leefomgeving

20 maart 2024

De Unie van Waterschappen heeft haar steun uitgesproken voor de Agenda Natuurinclusief 2.0. Dit initiatief heeft als ambitie natuur en menselijke activiteiten harmonieus te laten samengaan in Nederland. Waterschappen steunen deze beweging omdat water en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een natuurinclusieve inrichting draagt bij aan een goede waterkwaliteit en een klimaatrobuust watersysteem. En dat watersysteem is andersom nodig voor gezonde natuur.

luchtfoto van plas met eromheen huizen en flats

Natuurinclusieve leefomgeving

De agenda richt zich op het versterken van de zeventig procent niet-beschermde natuur van Nederland, waarin we leven, wonen, werken, reizen en recreëren. Dit omvat natuur in weilanden, achtertuinen, recreatiegebieden zonder beschermde Natura2000-status en bedrijventerreinen. Het doel is om tegen 2050 een natuurinclusieve leefomgeving te realiseren.

Robuust en toekomstgericht

“Natuur en waterbeheer zijn nauw met elkaar verbonden”, zegt dagelijks bestuurder Els Otterman van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die namens waterschappen is aangesloten bij de agenda. “Een leefomgeving die rekening houdt met de natuur en dus natuurinclusief is, draagt bij aan verschillende doelen van de waterschappen. Zoals aan het verbeteren van waterkwaliteit van sloten, meren en rivieren. Een manier om dat te doen is door te zorgen dat stoffen die de waterkwaliteit verslechteren niet meer in het water terechtkomen. Denk hierbij aan PFAS en verschillende nutriënten. Daarnaast doen de waterschappen veel aan klimaatadaptatie, zoals het beter bergen van water in de bodem bij droogte of wateroverlast. Dit alles maakt ons watersysteem robuuster en toekomstgericht.”

Wat kunnen de waterschappen doen?

Waterschappen werken op hun eigen terreinen aan het versterken van een natuurvriendelijke omgeving, maar kijken ook verder. Met een ‘blauwgroen’ netwerk van 17.500 kilometer aan waterkringen en 225.000 kilometer aan watergangen hebben ze veel mogelijkheden om bij te dragen aan een robuuste natuur. De waterschappen kunnen met hun blauwgroene netwerk bijdragen aan het verbinden van versnipperde natuur. Dit sluit goed aan bij de Agenda Natuurinclusief, waarin het juist draait om initiatieven van onderop.

Samenwerking en aansluiting

De Agenda Natuurinclusief is een publiek-private samenwerking tussen overheden en bedrijven, maatschappelijke organisaties en instellingen. Waterschappen hebben ruime ervaring met deze vorm van samenwerken, bijvoorbeeld in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Om een natuurinclusieve samenleving te bereiken, is het cruciaal om bij elkaars plannen aan te sluiten, elkaar te steunen en te helpen waar nodig. Verschillende initiatieven moeten goed met elkaar verbonden zijn.

De waterschappen helpen dan ook graag mee aan het vervolg van de agenda om te bekijken hoe de doelen ervan zoveel mogelijk kunnen worden geïntegreerd in reeds lopende plannen voor een toekomstgerichte leefomgeving. Uitgangspunt daarbij is dat inrichting en gebruik aansluiten bij de draagkracht van het water- en bodemsysteem. Dat levert direct winst op voor de natuur.

> Bekijk de reactie van de waterschappen op de Agenda Natuurinclusief 2.0

Drinkwaterbedrijven en waterschappen: nieuw kabinet, kom in actie rond water

18 maart 2024

Op maandag 18 maart hebben de waterschappen en drinkwaterbedrijven hun actieprogramma ‘Water in actie’ richting een nieuw kabinet gepresenteerd. In dit actieprogramma roepen zij een nieuw kabinet op samen met hen aan de slag te gaan met het beschermen van de (drink)watervoorraden en de zorg voor voldoende ruimte voor water.

waterwoordvoerders nemen petitie Water in Actie in ontvangst

Zekerheden onder druk

Waar schoon drinkwater en droge voeten door veel Nederlanders worden gezien als vanzelfsprekendheden, staan deze ‘zekerheden’ onder druk. De opgaven rond waterbeschikbaarheid en de waterkwaliteit zijn groot. Dit betekent dat de drinkwaterbedrijven en de waterschappen niet in hun eentje de garantie kunnen geven dat er altijd voldoende, schoon water is in Nederland.

Water in actie

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Om te werken aan het beter vasthouden van water en het beschermen van de drinkwaterbronnen hebben we ook de andere overheden nodig. We willen samen met een nieuw kabinet onze schouders zetten onder deze opgaven, die een gezamenlijke verantwoordelijkheid vragen. Gezond, schoon en voldoende water is immers een essentiële randvoorwaarde voor veel pilaren van bestaanszekerheid.”

Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin: “Zonder gezond, schoon en voldoende water geen goede volksgezondheid, geen voedselzekerheid, geen veiligheid, geen welvaart. Als het nieuwe kabinet de waterschappen en drinkwaterbedrijven ondersteunt bij hun taken om schoon en voldoende water te garanderen, en te zorgen dat altijd lekker en gezond drinkwater vanzelfsprekend blijft, kunnen ze hun belangrijke bijdrage blijven leveren aan een gezond en veilig Nederland.”

Kwaliteit en beschikbaarheid water onder druk

In ’Water in actie’ geven de drinkwaterbedrijven en de waterschappen aan wat zij zelf aan de problematiek willen gaan doen de komende jaren. Zo gaan ze water steeds beter vasthouden, drinkwatervoorziening zoveel mogelijk veiligstellen en investeren in betere zuiveringsinstallaties. Van der Sande: “We lopen hierbij alleen wel tegen de grenzen van onze mogelijkheden en bevoegdheden aan. Voor de ruimtelijke ordening en voor wetgeving hebben we het Rijk nodig.”

Voor de drinkwaterbedrijven is het belangrijk dat het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 – 2030 een succes wordt. Litjens: “We maken dit samen met provincies en Infrastructuur en Waterstaat en het moet leiden tot échte actie van betrokken overheden en oplossingen voor de knelpunten die er zijn en dreigen.”

Ruimte reserveren voor water

Ook pleiten de drinkwaterbedrijven en waterschappen ervoor om voldoende ruimte te reserveren voor water en drinkwaterbronnen beter te beschermen. Ook vragen zij een nieuw kabinet om in te zetten op een strengere bronaanpak met het oog op de waterkwaliteit. Een bronaanpak vanuit de gedachte ‘wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit’ is daarom iets waar de waterschappen en drinkwaterbedrijven al jaren voor pleiten. Een strenger stoffenbeleid moet worden verankerd in wetgeving, waarbij wettelijke verboden op schadelijke stoffen worden ingezet als uiterst middel, om zo de volksgezondheid te beschermen.”

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen en Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin roepen het kabinet op tot actie rond water.

Samenwerken

Het ‘Water in actie’-programma is echter niet alleen een wensenlijst, maar ook een uitgestoken hand naar een nieuw kabinet. Zo zien waterschappen en drinkwaterbedrijven veel mogelijkheden om samen te werken met een nieuw kabinet. Met waterbeheermaatregelen kan er namelijk ook versneld natuurherstel worden gerealiseerd.

> Bekijk het Water in Actiepamflet

Europese watersector doet dringende oproep aan Von der Leyen voor snelle restrictie PFAS

6 maart 2024

EurEau, de Europese koepelorganisatie van drinkwaterbedrijven en waterbeheerders, heeft op woensdag 6 maart een dringende oproep gedaan aan Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De waterpartners dringen er via een brief op aan snel maatregelen te nemen tegen de aanhoudende PFAS-vervuiling van ons milieu.



PFAS verdwijnen niet

PFAS, ook wel ‘forever chemicals’ genoemd, zijn overal in het milieu aanwezig. We worden er als mensen dan ook op veel manieren aan blootgesteld: via ons voedsel, de buitenlucht, (drink)water en consumentenproducten, zoals cosmetica. Zuivering is zeer lastig, enorm kostbaar en leidt via reststromen tot verplaatsing van milieu- en gezondheidsrisico’s. Omdat PFAS zich opstapelt in het milieu, is een totaalverbod op alle PFAS-soorten de enige manier om de blootstelling hieraan te voorkomen Daarnaast is een strikte aanpak van nog bestaande (industriële) lozingen met PFAS noodzakelijk.

Volledige en snelle restrictie

In de oproep vraagt de EurEau het voorstel te steunen voor een volledige en snelle restrictie voor de productie, het gebruik en de import van PFAS. Het voorstel is momenteel in behandeling bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). EurEau vindt dat de gemeenschap en burgers niet moeten opdraaien voor de kosten en risico’s verbonden aan de verontreiniging door PFAS, maar dat de vervuilers verantwoordelijk zijn en alternatieven moeten gebruiken. EurEau wil graag samen met EU-instellingen en andere belanghebbenden zorgen dat onze watervoorraden, het milieu en de consumenten voor de komende generaties worden beschermd.

Voorkom dweilen met de kraan open

De Unie van Waterschappen is lid van EurEau en staat achter de oproep. Elk jaar verschijnen wereldwijd miljoenen nieuwe chemische stoffen. Veel van die stoffen eindigen vroeg of laat in het water of de bodem en blijken later schadelijk. Steeds meer stoffen vormen zo een bedreiging voor de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater en de gezondheid van mensen en dieren. De waterschappen pleiten daarom voor bronaanpak en strenger toelatingsbeleid: voorkom dat risicovolle stoffen in het water belanden – voorkom dweilen met de kraan open.

> Lees hier de brief van de EurEau aan Von der Leyen

Waterschappen vragen aandacht voor nutriënt-verontreinigde gebieden en bufferstroken in LNV-commissiedebat Mest

21 februari 2024

Op donderdag 11 april bespreekt de Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verschillende mestgerelateerde onderwerpen. De waterschappen geven de commissieleden een aantal aandachtspunten mee.

man neemt monster uit sloot langs weiland. aan de overkant van de sloot staan koeien

Meststoffen zoals nitraat en fosfor zorgen nog altijd voor druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Een effectieve aanpak vraagt om goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, zowel landsbreed als gebiedsspecifiek.

Nutriënt-verontreinigde gebieden en bufferstroken

De waterschappen maken zich zorgen over de uitvoering van twee specifieke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit: de met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en bufferstroken (stroken langs waterlopen waar het gebruik van mest of gewasbeschermingsmiddelen niet is toegestaan). De waterschappen vinden het belangrijk dat generiek Rijksbeleid wordt gebaseerd op goede praktijkkennis en gepaard gaat met perspectief voor de agrariër.

Draagvlak voor uitvoering bufferstrokenregeling

Sinds 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Helaas staat er in de regeling voor bufferstroken niets over het beheer, wat de effectiviteit ervan deels bepaalt. Een bufferstrook zonder gewas, plantengroei of met intensieve bodembewerking zorgt voor meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Hierin schiet de regeling nu tekort, vinden de waterschappen.

Ook zijn er zorgen over de juiste invulling en haalbaarheid van de uitvoering. Dit alles zorgt voor veel discussie en dat vermindert het draagvlak voor een juiste uitvoering. En dat draagvlak is noodzakelijk: waterkwaliteitsdoelen in agrarisch gebied zijn niet alleen te bereiken met beleid en wetgeving. Gedeelde beelden over de te behalen doelen zijn minstens zo belangrijk.

Nutriënten-verontreinigde gebieden

Per 1 januari 2024 zijn NV-gebieden aangewezen. De maatregelen gaan over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat vinden de waterschappen een gemis, omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. In de toekomst wordt opnieuw beoordeeld of en voor welke doelen of maatregelen de aanwijzing voor NV-gebieden wordt voortgezet. Dit wordt naar verwachting onderdeel van de gesprekken over het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden: dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen. De waterschappen constateren dat dit programma na tien jaar nog steeds onvoldoende bereik heeft om de gestelde doelstellingen te halen.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Demissionair minister Harbers bij opening ozoninstallatie rioolwaterzuivering waterschap Amstel, Gooi en Vecht

12 februari 2024

Maandag 12 februari opende demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat een nieuwe ozoninstallatie op de rioolwaterzuivering Horstermeer bij het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Bij de opening waren ook dijkgraaf Joyce Sylvester, dagelijks bestuurder Sander Mager en jeugdbestuurder Ilias Admi aanwezig. De installatie zorgt ervoor dat tachtig procent van de medicijnresten uit het rioolwater wordt gehaald. Het waterschap Amstel, Gooi en Vecht is hiermee de eerste in Nederland die een aanvullende zuiveringsstap gebruikt met ozon en actiefkool.

drie mensen op een podium met een poster op schildersezel

Rivieren schoner

Sander Mager, bestuurder van waterschap Amstel, Gooi en Vecht en bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Jaarlijks belandt minstens 190 ton medicijnresten via de rioolwaterzuiveringen in rivieren, kanalen en sloten. Met deze techniek halen we veel van de medicijnresten uit het rioolwater bij de rioolwaterzuivering Horstermeer. Zo belanden deze resten niet meer in de Vecht. Daardoor wordt het water in de rivieren schoner, en dat is goed voor de planten en dieren.”

Hoe werkt het?

Medicijnresten komen via de wc, douche of gootsteen in het rioolwater terecht. Rioolwaterzuiveringen kunnen maar een klein deel van deze stoffen uit het rioolwater halen. Daardoor komen deze resten in het oppervlaktewater, zoals in de rivier de Vecht. En dat is slecht voor de natuur. Zo kunnen bijvoorbeeld anticonceptiemiddelen het geslacht van vissen veranderen. Ook het gedrag van kleine waterkreeften en vissen kan veranderen door medicijnen tegen psychose.

En nu?

Alle elf rioolwaterzuiveringen van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht krijgen een aanvullende zuiveringsstap om het rioolwater schoon te maken. Het waterschap wil dit vóór 2035 afronden.

> Lees het volledige bericht van het waterschap
> Lees meer over rioolwaterzuiveringen

Rijk en waterschappen slaan handen ineen rond energie, water en klimaat

1 februari 2024

Op donderdag 1 februari bekrachtigen de Unie van Waterschappen en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een strategisch partnerschap Energie, Water en Klimaat. De samenwerking is onder meer gericht op de reductie van broeikasgassen, energiebesparing, ruimtelijke inpassing van duurzame energie, netcongestie, smart energy hubs, circulaire economie en innovatie.

Erik den Hartog en Sandor Gaastra schudden elkaar de hand

Klimaatneutraal in 2035

Eerder werd al bekend dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat 12 miljoen euro subsidie verstrekt aan de waterschappen om het rioolwaterzuiveringsproces te verduurzamen. De subsidie bestaat uit 8,6 miljoen euro voor lachgasreductie en 3,4 miljoen euro voor het stimuleren van innovatieve energieprojecten. De nationale doelstelling is om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn, maar de waterschappen hebben in de strategische visie ‘Op weg naar klimaatneutraliteit’ afgesproken dat zij dit al in 2035 willen bereiken.

Uitdagingen vragen om samenwerking

Om het partnerschap te bekrachtigen schudden secretaris-generaal Sandor Gaastra van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en bestuurslid Erik den Hertog van de Unie van Waterschappen elkaar de hand op het podium bij het Waterinnovatiefestival in Utrecht.

“Nederland heeft altijd te maken gehad met de uitdagingen en kansen van het water”, zegt Gaastra. “Eind vorig jaar en begin dit jaar nog, toen de waterstanden piekten op verschillende plekken in Nederland. De waterschappen zijn onmisbaar in de bescherming tegen, maar ook juist voor de innovatieve samenwerking met het water. Ze doen steeds meer naast hun traditionele taken, zoals de kansen en uitdagingen op het gebied van duurzame energie. Denk aan waterstof en aquathermie en het inpassen van alle energie-infrastructuur. Hiervoor stellen we 12 miljoen beschikbaar. De samenwerking tussen waterschappen en de omgeving, met bedrijven, netbeheerders, gemeenten, lokale coöperaties en het Rijk is daarbij cruciaal.”

Den Hertog benadrukt het belang van het partnerschap: “De energietransitie is een grote uitdaging. Leven in onze delta ook. Dat bleek afgelopen kerstperiode nog eens met het hoge water. Waar de opgaven rond water en energie elkaar raken, kunnen we elkaar helpen. Daarom zijn we erg blij met de steeds intensievere samenwerking tussen de waterschappen en het Rijk.”

Innovaties

Op het gebied van klimaat en energie zijn waterschappen innovatief. “Bijvoorbeeld op het gebied van aquathermie”, vertelt Den Hertog. “Water is in potentie een van de belangrijkste en grootste warmtebronnen in Nederland. Samen met Denemarken lopen we bovendien mondiaal voorop met de reductie van lachgas op de rioolwaterzuivering.” Lachgas is een zeer schadelijk broeikasgas, ruim 265 keer zo schadelijk als CO2.

“Meten is weten”, vervolgt de bestuurder. “Weten waarover we het hebben en gerichte maatregelen nemen. Dan weet je wat je doet, en waarom. Er liggen ook kansen rond de productie van waterstof op de rioolwaterzuiveringen om de netcongestie tegen te gaan. De pure zuurstof die hierbij vrijkomt wordt benut in het zuiveringsproces en dat bespaart veel energie. In Zwolle op de rioolwaterzuivering Hessenpoort is de bouw van een elektrolyser voor groene waterstof nu in volle gang: een wereldprimeur.”

Belemmeringen wegnemen

De waterschappen zien verschillende manieren waarop het Rijk de waterschappen zou kunnen helpen. Den Hertog: “Het ministerie zou ons kunnen helpen als we tegen belemmerende wetgeving aanlopen. Zo mogen we niet zomaar de elektriciteit van een windmolenpark naar de elektrolyser op de rioolwaterzuivering brengen. Hiervoor is juridische experimenteerruimte nodig. Daarnaast is voorrang nodig bij netcongestie. Met het recente hoogwater stonden onze wettelijke taken onder druk. Onze gemalen gebruiken veel stroom. In een situatie van ‘pompen of verzuipen’ mag het geen vraag zijn óf je stroom geleverd krijgt.”

> Lees hier het Strategisch Partnerschap Energie, Water en Klimaat

Politiek akkoord over nieuwe Europese wetgeving voor betere waterkwaliteit

30 januari 2024

Op maandag 29 januari bereikten de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten een akkoord over de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater. Deze richtlijn geeft kaders voor de inzameling en zuivering van huishoudelijk afvalwater en is dus van belang voor gemeenten (riolering) en waterschappen (rioolwaterzuivering). De richtlijn moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid.

rioolwaterzuivering-harnaspolder

Aanscherping bestaande richtlijn

Het akkoord komt in grote lijnen overeen met het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. In het voorstel staan onder andere hogere eisen voor de verwijdering van nutriënten (de voedingsstoffen fosfaat en stikstof) bij de rioolwaterzuivering ten opzichte van de bestaande richtlijn uit 1990. Daarnaast komt er een gedeeltelijke plicht om medicijnresten te verwijderen. Ook staan er randvoorwaarden in het voorstel voor de rioolwaterzuivering om op termijn energieneutraal te worden.

Investeringen in schoon water

De nieuwe richtlijn betekent voor de waterschappen een forse investering in hun rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Dit leidt op termijn tot een betere waterkwaliteit, maar ook tot een stijging van de kosten voor rioolwaterzuivering. De richtlijn voorziet daarnaast in een zogenoemde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Dit maakt het mogelijk om de zuiveringskosten deels te verhalen op producenten en leveranciers in de farmacie en cosmetica.

Milieuschade voorkomen

Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Het verwijderen van medicijnresten uit rioolwater draagt bij aan een betere waterkwaliteit en is goed voor de natuur en onze gezondheid. Als waterschappen juichen wij het voorstel van de producentenverantwoordelijkheid toe. Hiermee komen de verantwoordelijkheid en kosten voor het voorkómen van milieuschade bij de producent van stoffen: wat ons betreft een universeel principe dat voor alle schadelijke stoffen moet gelden.”

Vervolg

De volgende stap in het proces is de behandeling van het politiek akkoord in het Europees Parlement en de Millieuraad. Daarna volgt een vertaling van de richtlijn voor elke lidstaat, en vervolgens een publicatie door de Europese Commissie. Vanaf dat moment is Nederland verplicht om de richtlijn te implementeren door een aanpassing in de Omgevingswet.

> Lees meer over de herziening van de richtlijn
> Lees meer over rwzi’s in Nederland
> Lees meer over het thema waterkwaliteit

Waterschappen vragen aandacht voor waterkwaliteit bij begrotingsbehandeling LNV

24 januari 2024

Woensdag 31 januari start de Tweede Kamer de behandeling van de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De Unie van Waterschappen stuurde de aandachtspunten van de waterschappen naar de Kamer.

brede sloot in weiland met koeien

Voorrangspositie waterveiligheid

Eind 2022 zegde LNV toe om te kijken naar een voorrangspositie voor waterveiligheid en de Kaderrichtlijn Water (KRW) als er depositieruime voorhanden is. Inmiddels is onder meer gebleken dat zelfs met het volledig elimineren van de stikstofuitstoot van de totale veestapel, er de komende jaren nog steeds sprake is van te veel stikstof in de Natura 2000-gebieden. Voorlopig zal er dus geen stikstofruimte zijn. 

Vrijstelling vergunningsplicht

Door het gebrek aan stikstofruimte komt de uitvoering van de wettelijke opgaven van waterkwaliteit (en dus de  KRW) en waterveiligheid (en het Hoogwaterbeschermingsprogramma) in gevaar. Waterschappen hebben hier grote zorgen over. Het gaat immers om opgaven die essentieel zijn voor de leefbaarheid en veiligheid in ons land. Waterschappen vragen om een vrijstelling van de vergunningplicht voor waterveiligheids- en waterkwaliteitsopgaven.

Financiering versnellingsmaatregelen

De noodzaak om aan de slag te gaan met het watersysteem is groot. Boeren en natuurbeheerders worden steeds vaker geconfronteerd met extreme omstandigheden en natuurdoelen staan onder druk. Waterschappen hebben maatregelen op de plank liggen om hydrologieherstel voor de landbouw te koppelen aan de door provincies ingediende maatregelpakketten voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Ook de concentraties stikstof en nitraat zijn in veel (grond)watersystemen nog te veel hoog. Dit vraagt om een snelle start met de gebiedsgerichte aanpak, om de doelen dichterbij te brengen en het risico op schade te verminderen.

Maatregelen koppelen

De gebiedsgerichte aanpak biedt provincies en waterschappen de mogelijkheid om maatregelen te koppelen. Waterschappen hebben hiervoor financiering klaarstaan. Deze koppeling lukt alleen als de gebiedsprocessen gestart worden en hiervoor budget beschikbaar komt. Dit is niet alleen cruciaal voor het halen van de KRW-doelen, maar vooral om de risico’s van weersextremen terug te dringen.

Nutriënten-verontreinigde gebieden

De waterkwaliteit is de afgelopen decennia flink verbeterd, maar de verbetering stagneert. Meststoffen, zoals nitraat en fosfor, zorgen nog altijd voor een flinke druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Meer maatregelen zijn nodig. Met de aanwijzing van nutriënten-verontreinigde gebieden en maatregelen gericht op nitraat geeft de minister van LNV hier deels invulling aan.

Landsbreed en gebiedsspecifiek

Doordat de maatregel voor aanzienlijke gebied wordt bepaald, kan die ook agrariërs treffen die al positief bijdragen aan waterkwaliteit. De aanwijzing van nutriënt-verontreinigde gebieden kan zo het draagvlak onder agrariërs voor deelname aan gebiedsprocessen en andere waterkwaliteitsmaatregelen verminderen. Waterschappen hebben deze zorgen aan de minister gemeld. Een effectieve aanpak vraagt om een combinatie van goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, die zowel landsbreed als gebiedsspecifiek zijn. Juist met meer onderlinge samenhang werken we succesvol aan schoner en gezonder water.

> Lees de volledige inbreng