Traject ‘visie op de waterketen’ van start

2 januari 2024

In januari start het traject om een gemeenschappelijke visie op de waterketen voor 2050 te formuleren. Dit gebeurt in opdracht van de Unie van Waterschappen, Vewin, IPO, VNG, waterbeheerorganisatie RIONED en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

illustratie van huizen aangesloten op riool en rioolwaterzuiveringsinstallatie

Onderbouwen van keuzes

De visie is bedoeld als onderbouwing van beleids- en investeringskeuzen rond waterkwaliteit, waterkwantiteit, leveringszekerheid, bedrijfszekerheid en financiering in de waterketen. Het proces geeft daarnaast deels invulling aan de uitgangspunten van ‘water en bodem sturend’, specifiek voor de waterketen.

Informatie verzamelen

Er zal zoveel mogelijk informatie worden verzameld uit al lopende projecten. Denk aan programma’s rond drinkwaterbronnen, de aanpak van microverontreinigingen, Europese richtlijnen en de studie naar de KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) voor rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Daarnaast worden al bestaande beelden gebruikt over de circulaire economie en hergebruik van water. De visie zal de verschillende deelonderwerpen met elkaar verbinden en in samenhang bekijken. Het document brengt ook de nog bestaande lacunes en aandachtspunten in kaart.

Planning traject

De uitvoering van het traject ligt bij de adviesbureaus Ambient en Welldra, beide gespecialiseerd in de watersector. Adviesbureaus Witteveen+Bos en AT Osborne voeren de verdiepende studies uit. Het traject trapt af met een startbijeenkomst op donderdag 18 januari. Een aantal afgevaardigden van elke geleding (gemeente, provincie, waterschap, drinkwaterbedrijf en het Rijk) starten dan met de prioritering van de belangrijkste thema’s. Ze voeren verdiepende interviews met mensen op sleutelposities in de waterketen, en werken vervolgens de thema’s uit in 3 expertsessies. Rond de zomer wordt de eindrapportage aangeboden aan de bestuurders van de betrokken partijen en het Bestuurlijk Overleg Water.

Resultaten eerdere trajecten

De Unie van Waterschappen ontvangt graag resultaten van eerdere visietrajecten rond de waterketen, uitgevoerd door andere partijen.

> Neem contact op met Michael Bentvelsen voor vragen of om informatie te delen

5 ‘Waterschapsmoties’ in de Tweede Kamer

4 oktober 2022

In Tweede Kamer kwamen op 4 oktober een aantal moties voorbij die het werk van de waterschappen raken. Deze moties gingen onder meer over datacenters, het gebruik van ‘grijs water’ en over water en bodem sturend.



Water en energie voor datacenters

Kamerlid Hind Dekker-Abdulaziz (D66) diende een motie in over het stellen van voorwaarden aan het gebruik van water en energie door datacenters. Nederland is digitaal koploper en wil deze positie houden. Datacenters zijn daarvoor hard nodig. Maar gemeentes staan bij de bouw van datacenters voor grote uitdagingen voor wat betreft het gebruik van ruimte, energie en water. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) gaat nu aan de slag met een handreiking voor grote bedrijfsvestigingen, waaronder datacenters.

Dekker vraagt de regering om in die handreiking voorwaarden te stellen aan het gebruik van water en energie voor datacenters. In die voorwaarden moet staan dat de waterkwaliteit wordt gewaarborgd en dat restwarmte kosteloos wordt teruggeleverd. Ook stelt ze als eis dat de kosten die hiervoor nodig zijn zoveel mogelijk voor rekening komen van de exploiterende bedrijven en niet van de burgers. Deze motie is aangenomen.

De Unie van Waterschappen vindt de handreiking en de voorwaarden relevant. Maar de waterschappen denken dat een handreiking voor zulke belangrijke voorwaarden niet voldoende is. Hiervoor zijn landelijke en decentrale kaders nodig en heldere wet- en regelgeving. Datacenters hebben immers ingrijpende gevolgen voor het water- en bodemsysteem. De waterbeheerders willen bij de bouw van datacenters dan ook vroegtijdig aan tafel zitten, zodat het belang van water en bodem vanaf het begin wordt meegewogen.

Toetsingskader datacenters

Queeny Rajkowski (VVD) sloot bij het onderwerp datacenters aan en diende een motie in over het toevoegen van criteria aan het huidige toetsingskader voor de bouw van datacenters. De minister van VRO heeft een juridisch toetsingskader gemaakt, maar heeft daarbij volgens het VVD-Kamerlid geen oog voor duurzaamheid, toegevoegde waarde en inpasbaarheid van datacenters. Rajkowski wil daarom extra criteria zoals het verplichte gebruik van restwarmte waar mogelijk en het niet koelen met drinkwater. De minister zegde al voor de stemming toe dat hij de motie overneemt.

De Unie staat achter deze motie. Datacenters hebben immers veel koelwater nodig en dat heeft grote effecten voor de watervoorziening. De droge zomers van de laatste jaren hebben laten zien dat de beschikbaarheid van (zoet)water onder druk staat. Een grote nieuwe watergebruiker is een knelpunt voor de waterverdeling. Bij het ontbreken van andere vormen van koelen dan koelen met koelwater is een grootschalig datacenter zeer ongeschikt. De Unie is voorstander van het verplichte gebruik van restwarmte en het niet koelen met drinkwater.

Gebruik grijs water

Eva van Esch (Partij voor de Dieren) en Laura Bromet (GroenLinks) dienden een motie in over hergebruik van water en het gebruik van grijs water, licht verontreinigd afvalwater. Volgens hen kan er in de gebouwde omgeving veel minder water gebruikt worden. Zij vragen de regering daarom om op korte termijn het hergebruik van water en/of gebruik van grijs water voor nieuwbouwwoningen tot norm te maken. De minister wilde de motie aanhouden, maar Van Esch en Bromet brachten hem toch in stemming. Deze motie is verworpen.

De waterschappen vinden het gebruik van grijs water een goed idee. Als we op een andere manier met het ons beschikbare water omgaan, hoeft Nederland geen watertekort te hebben. Als woningen op een waterbewuste manier worden gebouwd, kan dat het drinkwatertekort tegengaan.

Water en bodem sturend bij buitenstedelijk bouwen

Fahid Minhas (VVD) diende een motie in over buitenstedelijk bouwen. Omdat er een groot tekort is aan woningen, wil Minhas ook kijken naar bouwen buiten bestaande steden en dorpen. Dat hoeft wat hem betreft niet ten koste te gaan van hoogwaardige natuur. Hij vraagt de regering daarom om in samenspraak met provincies, gemeenten en waterschappen in het NOVEX-programma naast binnenstedelijk bouwen ook de focus te leggen op buitenstedelijk bouwen. Zo wordt de uitvoering van het ruimtelijke beleid versneld. Deze motie is aangenomen.

De waterschappen vinden dat water en bodem sturend moeten zijn bij het zoeken naar buitenstedelijke woningbouwlocaties. In de NOVEX is afgesproken om eerst te kijken naar locaties bínnen het bebouwde gebied. De Unie is het hiermee eens.

Normen voor bodembebouwing

Laura Bromet (GroenLinks) en Henk Nijboer (PvdA) dienden een motie in over normen voor bodembebouwing. Ze constateren dat grote delen van Nederland laaggelegen zijn. Een deel van deze gebieden is nodig voor toekomstige waterberging. De regering wil water en bodem sturend laten zijn in de ruimtelijke planvorming. Daarom vragen Bromet en Nijboer de regering om op korte termijn een heldere norm te stellen waar vanwege water- en bodembelangen geen bebouwing kan plaatsvinden.

Over deze motie is niet gestemd. Hij is aangehouden omdat minister Hugo de Jonge van VRO nog met een brief over dit onderwerp komt.