Nieuwe Deltascenario’s tonen groeiende wateropgaven voor heel Nederland

24 april 2024

Woensdag 24 april heeft kennisinstituut Deltares de nieuwe Deltascenario’s overhandigd aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en deltacommissaris Co Verdaas. De scenario’s laten zien waarmee we in het water- en ruimtelijk beleid rekening moeten houden tot het eind van deze eeuw. In alle vier de scenario’s worden de wateropgaven flink groter: de zoetwatertekorten nemen toe, extreme neerslag vergroot de kans op wateroverlast en de gevolgen van overstromingen worden groter. Knelpunten in zowel watertekorten, wateroverlast als waterveiligheid stapelen zich op. Dit raakt heel Nederland.

water met bootje en erachter een dijk en daarachter een dorp

Vier toekomstbeelden

De deltascenario’s omvatten vier toekomstbeelden tot 2050 en 2100: Warm, Stoom, Vlug en Ruim. Ze zijn alle vier even waarschijnlijk en leiden allemaal tot grotere uitdagingen voor het waterbeleid. Maatregelen in het watersysteem alleen zullen niet voldoende zijn. Er zijn ook ruimtelijke keuzes en oplossingen nodig, zoals het klimaatbestendig inrichten van onze leefomgeving en het aanpassen van water- en landgebruik.

Droger, maar ook natter

Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af. Dit komt door langere perioden van droogte en doordat er meer water verdampt door de hogere temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoutwater steeds verder het land binnendringt.

Tegelijkertijd neemt in alle scenario’s de kans op wateroverlast toe: ’s zomers door piekbuien en ’s winters door langere periodes met neerslag. Extreme omstandigheden vallen bovendien vaker samen. Veel regen in combinatie met hoge rivierafvoeren en een hogere zeespiegel belemmeren voldoende waterafvoer. Zowel in stedelijk als landelijk gebied kan de schade groot zijn.

Balanceren tussen twee uitersten

“Waar de waterschappen eerst kampioen waren in het afvoeren van water, moeten we dat nu ok worden in water vasthouden”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De nieuwe Deltascenario’s laten zien dat het steeds meer balanceren wordt tussen twee uitersten: droogte en wateroverlast. Als waterschappen kunnen we hierin veel, maar de situatie wordt steeds uitdagender. We kunnen dit niet alleen. De waterschappen vinden dan ook dat water leidend moet worden in ruimtelijke inrichting bijvoorbeeld bij een locatiekeuze voor woningbouw of keuze voor bepaalde teelten in de landbouw. Laat de waterschappen aan tafel zitten bij ruimtelijke vraagstukken, zodat we nu en in de toekomst hier met elkaar kunnen wonen, werken en recreëren.”

Grotere kans op overstromingen

In alle vier de Deltascenario’s is nu actie nodig om ons tijdig te beschermen tegen natte voeten. De zeespiegel stijgt en de rivierafvoeren nemen in de winter toe. Daarnaast worden de gevolgen van een overstroming groter, omdat er meer mensen achter de dijken wonen en de economische waarde achter de dijken toeneemt. De waterschappen pleiten dan ook voor een tijdige investering in het gezamenlijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierin werken het Rijk en de 21 waterschappen samen aan dijkversterkingen.

Jeroen Haan, bestuurslid waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen: “Veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta is niet langer vanzelfsprekend. Voor de grotere opgaven van waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke afspraken gemaakt over de financiële gevolgen. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds met bijdrage van het Rijk.”

Over de Deltascenario’s

De Deltascenario’s komen iedere zes jaar uit en zijn gebaseerd op de nieuwste inzichten van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. De scenario’s vormen uitgangspunten voor het waterbeleid, het Deltaprogramma en de uitvoeringsorganisaties. Maar ook daarbuiten zijn ze toepasbaar, bijvoorbeeld in het ruimtelijk beleid (Nota Ruimte) of Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De scenario’s laten zien waar op (middel)lange termijn oplossingen nodig zijn voor tijdig voorbereiding en om adaptief te werken aan een veilig en leefbaar Nederland.

> Bekijk de digitale brochure van de Deltascenario’s

> Bekijk het hoofdrapport van de Deltascenario’s

Waterschappen spreken met Tweede Kamer over aanpak funderingsproblematiek

18 april 2024

Op woensdag 17 april vond er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer. Tijdens deze sessie kwamen er verschillende partijen samen om leden van de commissie Binnenlandse Zaken te informeren over het groeiende probleem van funderingsschade naar aanleiding van het Rli-rapport dat eind februari dit jaar werd gepresenteerd. Ook onze bestuurder Erik den Hertog sprak namens de waterschappen.

tweede-kamer-deur-funderingsproblematiek

Steeds meer huizen kampen met funderingsschade. Volgens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), ook aanwezig bij de sessie, lopen honderdduizenden woningen in ons land het risico om de komende dertig jaar met funderingsschade te maken te krijgen. Deze funderingsschade kent veel verschillende oorzaken, zoals bijvoorbeeld dalende grondwaterstanden, bodemdaling en slecht gefundeerde huizen.

Gezamenlijke aanpak funderingsproblematiek

In het rapport ‘Goed gefundeerd’ zegt de Rli onder meer dat als de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, de maatschappelijke kosten op den duur oplopen tot ruim 50 miljard euro en waarschuwt dat dit voor maatschappelijke ontwrichting kan zorgen. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Rli dan ook een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.

Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen onderschrijft dit advies: “Als waterschappen zijn wij het helemaal eens met dit advies. Op dit moment ligt de wettelijke  verantwoordelijkheid van funderingsschade bij de woningeigenaar zelf. Deze schade kan wel oplopen tot in de honderdduizenden euro’s, dit is niet iets wat iemand zomaar kan betalen. Als overheid mogen we mensen niet in de kou laten staan. Een nationale aanpak en maatwerk per regio is hierbij belangrijk. Zeker omdat de oorzaken divers zijn.”

Radicale transparantie

Naast de gezamenlijke aanpak was er tijdens de sessie ook veel aandacht voor transparantie rond het probleem. Zo benadrukte Jantine Kriens van de Rli: “Om het probleem op te lossen is het belangrijk dat het inzichtelijk wordt bij welke panden zich de problemen voordoen. Dit zorgt echter ook dat als je op dat moment eigenaar bent van het pand je de nadelen ervaart van deze transparantie. Daarom is het belangrijk om financiële en organisatorische ondersteuning voor mensen die geconfronteerd worden met de effecten van deze transparantie.” Ook de waterschappen sluiten zich aan bij dit advies. “De waterschappen pleiten al een behoorlijke tijd voor een waterlabel, net zoals een energielabel voor huizen. Het is cruciaal dat huiseigenaren weten wat er onder hun huis gebeurt. Zodat er maatregelen kunnen worden genomen als dit nodig is”, benadrukt Erik den Hertog.

Aanpassen aan het water

Dit alles is voor de waterschappen alleen niet genoeg. “Het klimaat verandert, we krijgen steeds vaker te maken met toenemende periodes van droogte en wateroverlast”, zegt Erik den Hertog. “De grenzen aan het aanpassen van het watersysteem zijn bereikt. Willen we in de toekomst ook hoofd bieden aan grote uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. We hebben heel lang een systeem gehad waarbij water zich moest aanpassen aan ons, dit kan alleen niet meer. We wonen in een delta. Wij moeten ons gaan aanpassen aan water.”

De waterschappen zijn van mening dat er dan ook vooral gewerkt moet gaan worden aan het waterrobuust maken van de gebouwde omgeving zélf. Zorgen dat de fundering op orde is, kelders en kruipruimten waterdicht zijn en de directe omgeving van de gebouwen geschikt maken om zoveel mogelijk water vast te houden. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes worden betrokken. Ook bij keuzes over op welke plekken woonwijken kunnen worden gebouwd. “We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. Ook dat staat in het RLI-advies en voorkomt dat we massaal huizen neerzetten die over tien of twintig jaar te maken hebben met allerhande nieuwe verzakkingen of schimmelende muren”, aldus Den Hertog.

> Kijk de technische briefing terug
> Lees meer over funderingsproblematiek

Landelijke kaart minister Harbers toont impact water en bodem op nieuwbouwplannen

9 april 2024

Op dinsdag 9 april presenteerde demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat een afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dit helpt gemeenten, waterschappen en provincies om het water- en bodemsysteem mee te nemen in de locatiekeuze voor nieuwbouwprojecten. Volgens de minister zijn er in Nederland voldoende plekken om te bouwen, ook gelet op waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid. Wel is het zeer belangrijk om tijdens de bouw rekening te houden met water en bodem, zodat huizen, werklocaties en industrieterreinen ook op langere termijn geen problemen ervaren.

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Dit blijkt uit verschillende kaarten en onderzoeken die minister Harbers vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Deze informatie vormt samen het Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving.

Grenzen van water en bodem

“Steeds vaker zien we dat we tegen de grenzen van ons water en onze bodem aan lopen”, aldus Harbers. “Drinkwaterbedrijven luiden de noodklok omdat genoeg drinkwater in 2030 niet vanzelfsprekend is. En bodemdaling leidt tot schade aan wegen of woningen en tot extra beheerkosten bij gemeenten. Klimaatverandering verergert deze problemen. Het kabinet heeft daarom besloten om bij de inrichting van ons land meer rekening te houden met water en bodem. Het nieuwe kaartmateriaal helpt daarbij. Hierdoor kunnen overheden de risico’s van elk gebied in Nederland zien en meenemen bij de locatiekeuze en uitwerking van hun bouwplannen.”

Start van een proces

De Unie van Waterschappen is blij dat het ruimtelijke afwegingskader beschikbaar is en dat het een concreet handvat biedt. Wel benadrukt de Unie dat de kaart die bij het afwegingskader is gepresenteerd vooral aangeeft waar bouwen gepaard gaat met extra opgaven. Hiermee dient de kaart als de start van een proces. Het is dan aan de initiatiefnemers en waterbeheerders om met elkaar in gesprek te gaan over wat er nodig is voor een toekomstbestendige oplossing. Daarnaast kunnen er regionaal aanvullende randvoorwaarden gelden voor de geschiktheid van een bouwlocatie.

Aanscherping regels bouwen in de uiterwaarden

De rode zones op de kaart geven aan waar het in principe niet de bedoeling is om te bouwen. Een deel van die rode zones is echter nog niet geborgd. Wel is per 1 april de nieuwe Beleidslijn Grote Rivieren ingegaan, waarmee bouwen in de uiterwaarden verder is aangescherpt. Dit was in algemene zin al verboden, maar er waren uitzonderingen mogelijk. Die uitzonderingen zijn nu ingeperkt.

Klimaatbestendige maatlat

In algemene zin geldt dat hoe risicovoller de locatie, hoe meer kennis en middelen nodig zijn om klimaatbestendig te bouwen. Het Rijk heeft ook een instrument ontwikkeld dat duidelijk maakt hoe er klimaatbestendig kan worden gebouwd: de Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Er loopt momenteel een verkenning naar borging van de maatlat via een instructieregel. Gezien de urgentie van de woningbouwopgave onderstreept de Unie van Waterschappen de noodzaak hiervan. De Unie is dan ook betrokken bij het beleid rond de maatlat van het ministerie.

> Lees meer over het afwegingskader op de website van de Rijksoverheid

Bron afbeelding: ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (bewerking: Unie van Waterschappen)


Natte start droogteseizoen

8 april 2024

Afgelopen herfst en winter is er veel regen gevallen. Het was zelfs het natste halfjaar ooit sinds het begin van de metingen in 1906, zo meldde het KNMI. Door de vele neerslag gaat het komende droogteseizoen van start met goede watervoorraden. Ondanks deze positieve uitgangspositie bereiden waterschappen zich voor op een eventuele droge zomer, want het weer kan zomaar omslaan.

Droogte waterpeil meten

Hoge grondwaterstanden

De beken, sloten en meren zijn goed gevuld en de grondwaterstanden zijn hoog. Op sommige plekken in het land is er hierdoor wateroverlast. Een droge zomer lijkt nog ver weg. Maar de vele regen die de afgelopen maanden is gevallen, zegt nog niks over het weer deze zomer. Het kan dan zomaar maanden droog zijn. De waterbeheerders houden het water daarom zoveel mogelijk vast als buffer voor een eventuele droge zomer.

Watertransitie: een nieuwe kijk op het waterbeheer

Droge zomers komen steeds vaker voor in Nederland. Zo behoorden de zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 tot de vijf procent droogste zomers ooit.  De waterschappen werken daarom samen met de collega’s van Rijkswaterstaat, provincies en drinkwaterbedrijven aan een structurele aanpak om droogteproblemen tegen te gaan. Waar Nederland eerst vooral gericht was op het afvoeren van water, ligt de focus nu ook op het vasthouden van water en het vergroten van de watervoorraad. Denk aan de herinrichting van beken, het stimuleren van afkoppelen, het infiltreren van regenwater en het hergebruik van gezuiverd rioolwater.

Blik op de toekomst: niet alles kan overal

De waterschappen zijn constant bezig met de toekomst en het inspelen op veranderende omstandigheden. Door steeds extremer weer kunnen ze vanuit het waterbeheer niet meer alle functies faciliteren en moeten er keuzes worden gemaakt in de ruimtelijke inrichting. Waterschappen pleiten voor een sturende rol van water en bodem  in de ruimtelijke inrichting, om zo problemen in de toekomst te voorkomen.

> Ga naar de droogtemonitor van het KNMI voor de actuele informatie

Waterschappen zien kansen in ingediende maatregelen voor landelijk gebied

19 maart 2024

Op dinsdag 19 maart debatteerde de Eerste Kamer over het toekennen van het budget voor het transitiefonds. Het ging hierbij om de financiering van maatregelen om de transitie in het landelijk gebied en dus ook natuurherstel te realiseren. De provincies hebben allerlei maatregelen voor ingediend. De waterschappen zien kansen om slimme combinaties te maken die ook gunstig uitpakken voor het waterbeheer en zijn blij dat daar nu een stap richting realisatie is gezet.

brede sloot in weiland met koeien

De Unie van Waterschappen hoopt op een toekenning van de gelden uit het transitiefonds voor de ingediende maatregelen. Veel van die maatregelen kunnen namelijk een positieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit en het watersysteemherstel. Waterschappen willen daarom graag aansluiten bij de gebiedsgerichte aanpak van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en zien mogelijkheden om de eigen opgave te koppelen aan de eerste maatregelen en maatregelpakketten die door de provincies zijn ingediend.

Kansen voor waterkwaliteit

De meeste kansen liggen erop het terrein van de waterkwaliteit en bestaan uit maatregelen zoals grootschalig beekdalherstel. Helaas zijn de maatregelen voor grootschalig beekdalherstel in de provincies Utrecht en Limburg bij een eerste toetsing afgekeurd. Dit zorgt voor vertraging. KRW maatregelen kunnen niet wachten bovendien heeft de minister hierover afspraken gemaakt heeft met Brussel. De Unie maakt zicht er sterk voor om de beekdalen alsnog geprioriteerd te krijgen. De Unie van Waterschappen heeft de maatregelpakketten geanalyseerd en komt tot de conclusie dat 30% van de maatregelpakketten een grote potentie heeft om een directe bijdrage te leveren aan waterdoelen en ruim de helft van de maatregelen indirect kan bijdragen aan waterdoelen.

Concrete maatregelen

Concreet gaat het om maatregelen gericht op grootschalig beekdalherstel door alle zandprovincies en het verbeteren van waterkwaliteit bijvoorbeeld door projecten zoals levendige boerensloot (provincie Utrecht). Maar ook de toekomstbestendigheid van het water en bodemsysteem door bijvoorbeeld projecten zoals Bodem als Basis (provincie Zuid-Holland) en groen blauwe dooradering. Waterschappen hebben financiële middelen gereserveerd voor voor deze ‘meekoppelkansen’.

Wat is het transitiefonds?

In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied zijn de twaalf provincies door het Rijk verzocht om per 1 juli 2023 ieder een Provinciaal Programma Landelijk Gebied op te stellen, waarin zij gevraagd zijn om op hoofdlijnen hun aanpak te schetsen. Daarnaast hebben de provincies samen met gemeenten, waterschappen en het Rijk gerichte maatregelenpakketten ontwikkeld. Deze pakketten richten zich op verbetering van waterkwaliteit, bevordering van biodiversiteit, klimaatadaptatie en het stimuleren van duurzame landbouw.

Met het indienen van de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied en de eerste maatregelpakketten is een belangrijke basis gelegd voor de gebiedsgerichte aanpak. Het kabinet heeft besloten om 1,28 miljard euro te reserveren voor de financiering van de maatregelpakketten. De Tweede Kamer heeft dit begrotingsvoorstel op 15 februari aangenomen. Op 27 februari wordt het voorstel in de Eerste Kamer besproken. Als de Eerste Kamer het voorstel aanneemt dan kunnen provincies maatregelpakketten aanvragen. Deze aanvragen moeten uiterlijk 1 april ingeleverd worden bij het Rijk. 

Waterschappen vragen aandacht voor inrichtingsmaatregelen in bijeenkomst Eerste Kamer ‘water en bodem sturend’

18 maart 2024

Op dinsdag 19 maart organiseert de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst over de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen. De waterschappen brachten hun standpunten onder de aandacht bij de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO).

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Water is geen belang maar een gegeven

Water wordt door sommige partijen neergezet als een belang dat moet worden afgewogen tegen andere belangen zoals een ondernemersbelang of woningbouw. Maar water is geen belang in de zin dat het kan worden genegeerd of elders kan worden opgelost, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Het is een fysiek gegeven. In welke mate we er hinder of juist profijt van hebben, is grotendeels een ruimtelijk vraagstuk.

Deltacommissaris Co Verdaas: “De watersector heeft eeuwenlang alles kunnen leveren wat de samenleving nodig had. Nu moeten we naast water afvoeren ook water vasthouden. Als je daarvoor het oppervlaktewater uitbreid of het grondwaterpeil verhoogt, dan kun je andere dingen niet meer doen. Dan heb je het dus ook over ruimtelijke ordening en het vestigingsklimaat op de langere termijn.”

Grenzen watersysteem bereikt

Waterschappen stellen dat de grenzen van het watersysteem zijn bereikt. Dat bleek ook weer met de hoogwaterpieken van afgelopen winter. Inmiddels is de bodem zo ver gedaald en zijn de weersvoorspellingen zo veel extremer dan vroeger, dat bewoners er niet meer vanuit kunnen gaan dat pompen en gemalen droge voeten garanderen. Bovendien vragen wisselende periodes van hevige neerslag en langdurige droogte in combinatie met oprukkende verzilting om meer ruimte om water vast te houden. Als die ruimte tevens wordt bestemd voor woningbouw, dan kan dit alleen met extra inrichtingsmaatregelen.

Leefbare en toekomstbestendige woonomgeving

Als water en bodem sturend zijn, werkt de geschiktheid van een bouwlocatie door in de grondexploitatie en daarmee in haalbare verkoopprijzen van woningen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een gelijk speelveld ontstaat. En dat kan alleen maar worden bereikt als inrichtingsmaatregelen niet langer afhangen van de bereidheid van de projectontwikkelaar om ze in te passen. Borging van de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen is uiteindelijk in het belang van de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van onze woonomgeving.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw in commissiedebat woningbouwopgave

14 maart 2024

Op donderdag 21 maart gaat de Commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in debat over de woningbouwopgave en de koopsector. Ter voorbereiding op het debat stuurden de waterschappen hun aandachtspunten naar de woordvoerders Wonen van de partijen.

bouwvakkers leggen fundering voor nieuwbouwhuis in weiland en langs sloot- Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw

Toekomstbestendige nieuwbouw

De huidige funderingsproblematiek maakt duidelijk hoe belangrijk de juiste inrichtingsmaatregelen bij nieuwbouwprojecten zijn. Honderdduizenden woningen dreigen te worden neergezet op slappe bodems, in gebieden waar de bodem daalt, met grondwaterproblematiek tot gevolg. De waterschappen benadrukken in hun inbreng dat we op die plekken wel kúnnen bouwen, maar dat we dat toekomstbestendig moeten doen.

Water en bodem sturend

Bovendien hebben problemen als losbrekende riolering, wateroverlast en aantasting door schimmel een hoop nadelige gevolgen voor woningeigenaren. Denk aan gezondheidsproblemen en waardevermindering van hun huis. Dit is geen abstract doemscenario, schrijven de waterschappen. Ze zien op verschillende plekken al problemen, ook bij woonwijken uit de jaren 90, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met het water- en bodemsysteem.

In hun inbreng lichten de waterschappen dit toe met een voorbeeld en een casus. Ze willen de stap maken van vínden dat water en bodem sturend moeten zijn, naar dat ook daadwerkelijk dóen, en willen hiervoor voldoende aandacht in de woondeals.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Sturende rol water moet verdere funderingsschade beperken

1 maart 2024

Op donderdag 29 februari heeft de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) het rapport ‘Goed gefundeerd’ aangeboden aan ministers Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken), Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). In het rapport gaat het Rli in op schadeherstel bij funderingsschade en op het voorkomen van ergere schade. De waterschappen pleiten ervoor om water en bodem sturend te maken voor de ruimte en zo grotere problemen in de toekomst te beperken.

kanaal met huizen aan dijk

Nationale aanpak funderingsproblematiek

In het rapport ‘Goed gefundeerd’ zegt de Rli onder meer dat wanneer de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, de maatschappelijke kosten op den duur oplopen tot ruim 50 miljard euro. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Rli dan ook een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.

Herstellen van funderingsschade

De huiseigenaar is zelf verantwoordelijk voor het oplossen van funderingsschade. In de praktijk zorgt dit lokaal voor schrijnende gevallen met grote kostenposten. Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Door nu niet weg te kijken wordt funderingsschade niet een volgend ‘aardbevingsschade’-dossier. Schade van honderdduizenden euro’s kan een burger niet zomaar ophoesten. Als overheid mogen we de burger niet in de kou laten staan. Daarom is er nu al een fonds duurzaam funderingsherstel. Dit zou breder en directer kunnen worden ingezet. Maatwerk per regio is belangrijk. Zeker omdat de oorzaken heel divers zijn. De aanpak om schade te voorkomen zal per regio verschillen.”

Introductie waterlabel en herstellen waterbalans

De waterschappen vinden daarnaast een goede transparante informatievoorziening belangrijk. Ze stellen daarom voor om een water- of klimaatlabel voor huizen te introduceren. Dit label waarschuwt voor risico’s, zoals overstromingsrisico’s. Ook wijzen de waterschappen erop dat het van groot belang is om de watervraag en waterbeschikbaarheid beter in balans te krijgen om ergere schade in de toekomst te voorkomen. Dit is met name belangrijk voor bestaande huizen die de komende jaren mogelijk met problemen te maken krijgen als de waterhuishouding door droogte of juist te veel water verder onder druk komt te staan.

Toekomstbestendig bouwen

Het is duidelijk dat er in de steden een nijpend tekort is aan woningen. Er zal veel extra gebouwd moeten gaan worden om dit op te lossen. Maar hoe doen we dit slim en toekomstbestendig? Den Hertog: “Vanaf nu moeten we in Nederland slim gaan bouwen. Dat betekent nieuwbouwlocaties kiezen waar ruimte is of wordt gereserveerd voor water, en niet bouwen op plekken die daarvoor ongeschikt zijn (zoals uiterwaarden, slappe bodem en beekdalen). Daarnaast moet het afwegen van het waterbelang minder vrijblijvend worden en moeten nieuwe bouwvoorschriften zorgen voor toekomstbestendige huizen.”

De water- en bodemanalyses die waterschappen met hun gebiedskennis en waterexpertise kunnen bieden, vormen een belangrijk startpunt voor die toekomstbestendige maatregelen.

> Lees meer over het adviesrapport van het Rli

Waterschapsbestuurders in gesprek over funderingsproblematiek

20 februari 2024

Op maandagavond 19 februari organiseerde de Unie van Waterschappen de Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten. Steenwegsessies zijn debatavonden over actuele onderwerpen om daar op informele wijze met waterschapsbestuurders over in gesprek te gaan. Deze editie stond het onderwerp funderingsproblematiek centraal. Waar liggen de oplossingen en welke rol zien waterschappen voor zichzelf?

Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten: over funderingsproblematiek

Sluipmoordenaar

Expert Maarten Kuiper van onderzoeks-, ontwerp- en adviesbureau Aveco de Bondt bracht de waterschapsbestuurders op vlieghoogte rond funderingsproblematiek en wateroverlast door grondwater. Uit zijn presentatie bleek dat grondwater steeds problematischer wordt en alles raakt. “Funderingsproblematiek is een sluipmoordenaar en vraagt om maatwerk. Als we niets doen om erger te voorkomen kijken we aan tegen 22 miljard euro te vermijden kosten.”

Water en bodem sturend: tussen droom en daad

Voorkomen is met zulke schadeposten in het verschiet beter dan herstellen, stelt René Vrugt, directeur Water en Bodem bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hij bepleitte dat met de toepassing van het principe ‘water en bodem sturend’ problemen in de toekomst zoveel mogelijk kunnen worden vermeden. “Als water en bodem sturend zijn in ruimtelijke beslissingen, kunnen we slechte keuzes voorkomen.”

In de zaal is er algehele overeenstemming dat water en bodem sturend moeten worden in de ruimte, maar er komen veel praktijkvoorbeelden voorbij waaruit blijkt dat de realiteit vaak weerbarstig is. Vanuit het oogpunt van financiën en snelheid kiezen ontwikkelaars hierdoor toch vaak voor de makkelijkste weg.

Er blijkt een wereld tussen droom en daad te zitten, zoals een van de aanwezigen aangaf. Een van de suggesties uit de zaal om ervoor te zorgen dat het waterbelang beter wordt gehoord, is meer zeggenschap. Bijvoorbeeld dat gemeenten voor hun waterhuishoudingsplan verplicht goedkeuring van het waterschap moeten krijgen. Dat voorkomt dat een waterrobuuste inrichting het toch weer aflegt tegen andere overwegingen. Waterschappen hebben zelf ook het nodige in handen, zo klonk het. “Zet de waterschapsverordening in, toon lef en neem verantwoordelijkheid.”

Transparantie met een waterlabel 

In een volgend onderdeel besprak Jan Kadijk van de Dutch Green Building Council de lopende initiatieven voor een waterlabel voor woningen en gebouwen. Waterschappen kunnen met hun gebiedskennis bijdragen aan zo’n label. De aanwezigen zagen de potentie op het gebied van bewustwording en gedragsverandering, maar zien ook praktische bezwaren. Wat doet een label bijvoorbeeld met de waarde van de woning? Wel was er veel lof over het feit dat private partijen de stap naar voren zetten en een verandering teweeg kunnen brengen die bijdraagt aan de publieke zaak: de zorg voor een toekomstbestendig Nederland. 

Signaleren, agenderen, escaleren

Deltacommissaris Co Verdaas hield het slotpleidooi. Hij nodigde de waterschappen uit om vanuit de samenhang te redeneren en vanuit hun kerntaak de positie van waterexpert in te nemen, inclusief regie op het grondwaterbeheer. Als rolvaste en allesomvattende waterexpert ziet hij drie taken voor de waterschappen: signaleren, agenderen en escaleren. Verdaas kan op bijval uit de zaal rekenen, maar hier en daar ook op tegengas. Zo klinkt er: “Geen extra taken zonder knaken” en “wat houdt regie in?” Toch lijkt iedereen zich er wel in te kunnen vinden dat  het waterschap de aangewezen partij is voor deze taak. “Dat je op een verzoek uit de omgeving reageert en anticipeert, wil nog niet zeggen dat je de volledige verantwoordelijkheid draagt.” 

De Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten werd georganiseerd in aanloop naar de publicatie van een rapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur over funderingsproblematiek. De publicatie verschijnt donderdag 29 februari. De waterschappen beraden zich op hun positie en standpunt rond het voorkomen van funderingsschade.

> Bekijk de PowerPointpresentatie van Maarten Kuiper over funderingsproblematiek en wateroverlast door grondwater

> Bekijk de PowerPointpresentatie van Jan Kadijk over het klimaatlabel voor woningen en gebouwen

Unie organiseert debatavond over Verzakkingen en Natte voeten

6 februari 2024

Op maandag 19 februari organiseert de Unie van Waterschappen de Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten. Funderingsproblematiek treft potentieel 1 miljoen huishoudens. Hoe gaan we daar als overheden mee om? Welke rol past het waterschap? En hoe beperken we de schade door lage grondwaterstanden en juist van wateroverlast richting de toekomst? Over die problematiek gaat de Unie van Waterschappen graag het gesprek aan met waterschapsbestuurders.

gracht met links en rechts grachtenpanden en bomen

Debatavond voor waterschapsbestuurders

Steenwegsessie zijn informele debatavonden voor dagelijks en algemeen bestuursleden van de waterschappen. Ook commissieleden zijn van harte welkom. Met de Steenwegsessies biedt de Unie gelegenheid voor discussie en debat over een actueel thema. Dit keer: funderingsproblematiek.

Debateer mee!

In deze editie van de Steenwegsessie debatteren gasten en aanwezigen onder de leiding van dagvoorzitter Gijs Nillessen over bestuurlijke dilemma’s en keuzes rond funderingsproblematiek en wateroverlast. Bodemdaling- en funderingenspecialst Maarten Kuiper van Aveko de Bondt opent de avond met een korte lezing, waarna drie stellingen de revue passeren. Deze worden ingeleid door sprekers René Vrugt (directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), deltacommissaris Co Verdaas en Jan Kadijk van de Dutch Geen Building Council.

Praktische informatie

De Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten vindt plaats bij Museum Speelklok op de Steenweg 6 in Utrecht. De avond begint met een broodjesbuffet vanaf 17.30 uur en om 18.30 uur begint het plenaire debatprogramma.

> Ga naar het aanmeldformulier